Inspiratie voor ons bureau halen we uit actuele vraagstukken, verre landen én andere generaties. Uit periodes zoals de stadsvernieuwing en de principes van het Open Bouwen valt namelijk veel te leren. Eén van die leermeesters was Henk van Schagen, die tot zijn recente dood nog als adviseur op afstand betrokken was. Op inhoudelijk en persoonlijk vlak heeft hij voor een aantal van ons veel betekend. We mochten op een herdenkingsbijeenkomst over ‘de lessen van Henk’ delen hoe hij ons geïnspireerd heeft en betrokken was. Die lessen delen we ook hier.
De bijeenkomst op 10 mei 2022 werd georganiseerd door het bureau Vanschagen Architecten, dat Henk oprichtte en rond zijn pensioengerechtigde leeftijd overdroeg aan zijn partners. Na inleidingen van Hans Meijer (partner Vanschagen Architecten), architectuurhistorica Esther Agricola en mij, reflecteerden de aanwezigen in Verhalenhuis Belvedère op de onverminderde actualiteit van de lessen die Henk van Schagen heeft nagelaten. Aan meerdere generaties, zo werd duidelijk. Onder de titel ‘Henk na van Schagen’ vertelde ik hoe ik Henk na zijn pensioen heb leren kennen en wat hij voor ons bureau heeft betekend.
Om onze verbondenheid te begrijpen, is het goed de context te beschrijven waarin ik Henk leerde kennen. Ik was door mijn stage in München in aanraking gekomen met de renovatie van naoorlogse woningbouw en bovendien op zoek naar de maatschappelijke meerwaarde van de architect. Mijn afstudeerproject zou ik daarom richten op de wijk Pendrecht in Rotterdam Zuid. Een wijk die met de grootst mogelijke idealen en aandacht was ontworpen, maar ook was uitgegroeid tot de een-na-slechtste wijk van Nederland. Ik wilde een brug slaan tussen de erfgoedbenadering om de beroemde wijk te conserveren en de wijkaanpak die door het slopen van flats een ‘betere wijk’ terug wilde bouwen. Er moest toch een derde weg mogelijk zijn?
Bij Veldacademie, waar ik afstudeerde, kwam ik in contact met Henk van Schagen. In Henk trof ik een vakman met grote kennis van woningrenovatie en Pendrecht in het bijzonder, maar ook iemand die goed kon luisteren. Hij was geen officiële docent die mij moest beoordelen maar een extra mentor die onbaatzuchtig zocht naar waar mijn zoektocht en zijn kennis en interesses elkaar raakten. Met zijn uitzonderlijke oeuvre in het revitaliseren van naoorlogse woongebouwen en -buurten was dat raakvlak vaak snel gevonden.
Scherp op inhoud en vorm
Met alle kennis, die hij onder meer samenbracht in powerpoints, kwamen ook altijd wat scherpe stellingen. Dicht onder het oppervlak lag altijd een activistische verbetenheid met uitgesproken opvattingen over beleid en praktijk. Aan de basis hiervan leek een vastberadenheid te liggen om bestaande buurten of gebouwen niet zomaar af te schrijven. Zijn hekel aan gemakzuchtige oplossingen zorgde er dan voor dat hij net zo lang zocht tot hij een sleutel vond die succesvol eerherstel mogelijk maakte. Dit activisme is velen van zijn generatie niet vreemd maar was voor ons geen dagelijkse kost in de collegebanken. Ook daarmee heeft hij ons mede gevormd.
Behalve maatschappelijk geëngageerd, was hij ook echt een vakman en ontwerper. De schijntegenstelling tussen architecten die mooie dingen maken en architecten die sociaal betrokken zijn is aan hem dan ook niet besteed. Vorm doet ertoe, met een goed werkende plattegrond alleen ben je er nog niet.
Liefde voor Carnisse
De laatste jaren dook Henk regelmatig in de archieven om de totstandkoming van Carnisse beter in beeld te brengen. Het was vanwege zijn agenderende inzet dat we een afstudeerstudio begeleidden in de Vogelbuurt en later in de Eilandenbuurt. De plattegronden en prijsvragen uit die tijd (tijdens de oorlog!) waren moeiteloos te verbinden met de ontstaansgeschiedenis en identiteit van Rotterdam Zuid en met de ontwikkeling van de portiekflat als type.
Henk bracht alledaagse gebouwen en buurten tot leven. Hij had gewerkt met van Tijen en had de grote namen waarover wij lazen persoonlijk meegemaakt. Naast bouwtekeningen trok ook de figuur Johan Ringers steeds meer zijn aandacht. Een fascinerende persoon die in oorlogstijd door de Duitsers werd aangesteld om de wederopbouw te coördineren, maar ook in het politiek verzet zat en zijn anti-nazistische gevoelens niet onder stoelen of banken stak.
De interesse was aanstekelijk en bij de start van Open Kaart raakten we dan ook al snel betrokken bij Carnisse. Dat was altijd een goede aanleiding om het contact te onderhouden. In het lopende project in de Fazantstraat adviseerde Henk ons nog onbezoldigd en vrijblijvend bij aanbesteding en aanpak. We presenteerden hem bij een kennismaking dan ook als deel van het team.
Vorming van ons bureau
Henk toonde interesse in de ontwikkeling van ons bureau en we nodigden hem dan ook graag uit bij excursies en besprekingen, waaronder de excursie Open Ontwerpen die eindigde met een bezoek aan John Habraken.
Met zijn ervaring in het leiden van een bureau gaf Henk ons ook daarin zijn waarden mee. Bijvoorbeeld het advies om elke opdracht kritisch te bevragen en onze eigen inhoudelijke agenda te voeren. Aan welke opgave werken we en hoe draagt een bepaalde opdracht daaraan bij? Maar ook door in elke opdracht de ruimte te vinden of maken om contact te leggen met bewoners en gebruikers.
Voor opgaven in de bestaande stad heb je te maken met bestaande gebouwen en bestaande bewoners. Henk realiseerde zich dat je die twee nooit helemaal los van elkaar kunt zien. Zo heeft hij ons geleerd bestaande gebouwen nooit zomaar af te schrijven en zeker ook de bewoners niet, maar deze juist als vertrekpunt te nemen voor de ontwerpopgave.