Ontmoeten als bijvangst

  • Ruimte voor ontmoeting
  • Zorgen voor elkaar

Welke rol speelt een goed ontwerp in het faciliteren van ontmoeting?

Als er één activiteit symbool staat voor een georkestreerd sociaal leven, dan is het de Bingo in het verpleeghuis. Op een vast moment in de week wordt een groep bewoners bij elkaar gezet. Daarna is steeds de spelleider aan het woord, tot je met of zonder prullaria weer wordt teruggebracht naar je kamer. Dat maakt het niet heel veel anders dan televisie kijken.

Volgens professor Henk Nies schiet dit beeld echter tekort. Het geïnstitutionaliseerde potje Bingo heeft een belangrijke sociale functie in het dagelijks ritme van een verpleeghuis:

“Bingo geeft de gelegenheid om een praatje te maken, maar dat hoeft niet. Bewoners helpen elkaar door een nummer te herhalen voor de mensen die het niet gehoord hebben. Het leuke aan bingo is ook dat iedereen eraan mee kan doen en dat iedereen een gelijke kans maakt op prijzen. Je kunt je voorstellen dat het een ingang kan zijn om tot nieuwe vriendschappen te komen.”
[bron: de correspondent]

De Bingo is in dit geval een middel of alibi om anderen te ontmoeten, zonder dat die ontmoeting geforceerd is. De ontmoeting is immers een bijvangst bij een activiteit. De activiteit is de legitimatie om met elkaar in een ruimte te zitten en een laagdrempelige aanleiding om een ongedwongen praatje te maken. Zelfstandig wonende ouderen vinden zo’n aanleiding bij het boodschappen doen, bij de brievenbus of wachtend bij de lift of bushalte. Rommelen in de voortuin, wandelen met een hond of kijken naar spelende kinderen kan een zelfde functie vervullen. De openbare ruimte biedt tal van mogelijkheden een ‘toevallige’ ontmoeting te ensceneren.

Voor sterk afhankelijke bewoners van een verpleeghuis kan de zekerheid dat Bingo op dinsdagmiddag is, prettig zijn. Men weet dat de kans op plezierig contact daar groot is en heeft wat om naar uit te zien. Voor jonge ouders kan het wachten op een schoolplein zo’n vast moment zijn. Het betekent niet alleen het weerzien met het kind, maar ook de kans om een praatje te maken met andere ouders. Waar men in een verpleeghuis meer afhankelijk is van deze vaste momenten, zijn er in het dagelijks leven talloze momenten te ensceneren waar ontmoeting kansrijk is.

Voor informele ontmoeting is een legitimatie nodig om met elkaar in een ruimte te zitten zonder met elkaar te hoeven praten.

In het ontwerp en de programmering kunnen deze kansen vergroot of uitgebuit worden. Plekken bij de lift, entree, brievenbus of kapper kunnen meer of minder ruimte bieden om een praatje te maken. Een plek om te genieten van zon of een levendig uitzicht kan voor een gemeenschappelijk gespreksonderwerp zorgen. Het personaliseren van de ruimte voor de eigen voordeur kan een legitimatie zijn om daar te verblijven en door passanten aangesproken te worden. Gesprekken die ook belangrijk zijn om geïnformeerd te blijven over ontwikkelingen en komende activiteiten.

In de wijk vindt men geen ontmoetingsruimte. Wel publieke ruimte, activiteitenruimte en plekken waar gewacht kan worden. Het verschijnsel van de woonkamer of ontmoetingsruimte in een verzorgingshuis gaat dan ook in tegen de logica waarmee zelfstandig wonende ouderen hun ontmoeting ensceneren. Om ontmoeting als bijvangst te organiseren, moet er een andere reden zijn om ergens heen te gaan dan de ontmoeting zelf.

Bovendien is het voor sommige bewoners een hele inspanning om naar de ontmoetingsruimte toe te gaan. Als er dan niemand is, rest de terugreis of het wachten. Als de iets te opdringerige buurvrouw er is, valt aan een praatje niet te ontkomen. Bij ontmoeten hoort daarom ook vermijden. Het bieden van legitimiteit om naar de ontmoetingsruimte te gaan kan een alternatief zijn voor toevallige ontmoeting bij een voorziening. Een tijdschrift of prikbord zijn daarvan laagdrempelige voorbeelden.

Het verschijnsel van de ontmoetingsruimte gaat in tegen de logica waarmee ouderen hun ontmoeting ensceneren.

Een meer uitgesproken voorbeeld van het ruimtelijk ensceneren van toevallige ontmoeting, is het Zweedse Gardsten Gotebor. In de plint van dit zes-laagse appartementenblok is voor elke bewoner een klein kruidentuintje beschikbaar. Het tuintje is te klein om te laten mislukken, maar groot genoeg om regelmatig naartoe te gaan. Dit biedt bewoners de legitimatie om aanwezig te zijn en de vrijheid om soms wel en soms niet een gesprekje aan te knopen.

Kruidentuintjes in de plint van het Zweedse woongebouw Gardsten Gotebor van architect Christer Nordström.
Foto: Krister Engström

De door ons ontworpen scootmobielstallingen in verschillende Rotterdamse ouderencomplexen zijn voor een deel van de bewoners ook zo’n plek. Kijken of je scootmobiel al is opgeladen biedt de legitimiteit om naar een ruimte toe te gaan en ook de ruimte om direct weer weg te lopen.

Strong ties, weak ties

In verzorgingshuis De Wilgenborgh in Rotterdam Schiebroek was men zoekende hoe deze ontmoeting vorm gegeven kan worden. Binding met de buurt was hier nauwelijks aanwezig, ondanks actieve pogingen om buurtbewoners middels flyers en advertenties te interesseren.

Veel bewoners blijken dit echter geen enkel probleem te vinden. Zij genieten van de rust en de grote tuin waarover het pand beschikt. Verder zijn alle benodigde voorzieningen inpandig aanwezig. De meeste bewoners komen zelf ook niet uit de buurt. Een ander voordeel is dat men door de revalidatieafdeling regelmatig nieuwe bewoners in het restaurant ziet. Dat biedt nieuwe gespreksonderwerpen, bovendien combineert men strong ties met weak ties: goede buren met nieuwe gezichten. Binnen de condities van een verzorgingshuis biedt de situatie in dit geval voldoende afleiding. Voor de redzaamheid van zelfstandig wonende bewoners is het contact met leeftijdsgenoten echter niet voldoende om een netwerk van informele zorg op te bouwen.

In het nadenken over ontmoeting, is deze combinatie van zwakke netwerken en sterke banden ook van belang. Dit vraagt om een combinatie van spontane en meer uitgebreide ontmoeting. Levendige plekken en voorzieningen kunnen ervoor zorgen dat men elkaar makkelijk tegenkomt. Maar voor een gesprek dat wat verder reikt dan een laagdrempelig praatje, zijn rustige plekken nodig om naar uit te wijken. Een zitplek met uitzicht, een café of buitenruimte kan hier gelegenheid voor bieden. Ook de mogelijkheid om gasten te ontvangen in de eigen woning is in dit opzicht van belang. Behalve gevoelens van autonomie, trots en controle geeft dit bewoners de mogelijkheid hun sociale netwerk zelf te onderhouden en verdiepen.


Deze tekst is een bewerking van een hoofdstuk uit ‘Wonen Zonder Zorg(en)’