Onlangs werden we door de gemeente Haarlem gevraagd iets te vertellen over onze aanpak van Buurtkerken. De gemeentelijke erfgoedafdeling helpt momenteel proactief kerkgemeenschappen om de toekomst van hun gebouw veilig te stellen. Het open houden van de kerkzalen is vaak niet gemakkelijk. Bij herbestemming naar woningen of kantoren wordt het gebouw weliswaar behouden, maar gaat de publieke functie verloren en wordt de kerkzaal vaak in stukjes geknipt. Dat is genoeg reden voor de erfgoedafdeling om zich nu eens niet op de stenen, maar op de gemeenschappen te richten.
Door nieuw programma te vinden voor met name de nevenruimtes in kerkgebouwen, kunnen de kerkzalen als erfgoed beleefbaar blijven tijdens vieringen en concerten, is het idee. Eén van de deelnemende kerken vertelde: ‘we hebben net subsidie gekregen voor gewelfisolatie en een kwartiermaker’. Instandhouding gaat dus zowel over gebouw als programma.
Dit verkennende onderzoek met 7 Haarlemse kerken heet ‘Buurtbakens‘, wordt gesubsidieerd vanuit de Erfgoeddeal en wil lessen trekken die in heel Nederland toepasbaar zijn. In de zoektocht naar goede voorbeelden van maatschappelijke bij-bestemming viel op dat Open Kaart bij een aantal van deze projecten betrokken is. Op een avond in de Ontmoetingskerk in Haarlem presenteerden we onze ervaringen aan de hand van vijf lessen.
1. Ontwerpen aan (kerk)gebouwen is ontwerpen voor en met gemeenschappen.
We hebben al vroeg gemerkt dat de kans van slagen van een kerktransformatie valt of staat bij de betrokkenheid van de lokale kerkgemeenschap. Alleen zij weten welke wijzigingen bijdragen aan de identiteit en het functioneren van de kerk. Onze manier van werken: ontwerpen in co-creatie, komt daarom goed tot zijn recht bij groepen mensen die een grote betrokkenheid ervaren bij ‘hun’ gebouw. Dat bleek al bij onze eerste kerkverbouwing: de renovatie van de Vaste Burcht in Gouda.
De aanleiding van noodzakelijk onderhoud verbreedde daar al snel tot de vraag ‘wie willen wij eigenlijk zijn’, ‘wat kan dit gebouw nog meer betekenen voor de wijk’ en ‘welke activiteiten kunnen we zelf oppakken’? Het gezamenlijk ontwerpproces vormt daarbij een katalysator om op deze vragen antwoorden te zoeken. De uitkomst om te investeren in een gebouw is vaak ook de keuze om te ‘blijven’. Die keuze leidt tot nieuwe energie en een nog sterkere betrokkenheid bij het gebouw, de plek en de omgeving.
2. De kerk heeft de samenleving (nog steeds) veel te bieden.
In zijn lezenswaardige boek ‘Religie voor atheïsten’ probeert de Britse filosoof Alain de Botton religies voor de verandering eens niet te beoordelen op waarheid maar op bruikbaarheid. Bij ontkerkelijking, ziet hij, gaan veel functies en tradities verloren waar je ook als ongelovige baat bij hebt. Naast allerlei verheven zaken en diepe ervaringen zijn dat het contact tussen verschillende generaties en klassen en gemeenschapsvorming binnen een buurt of wijk. Veel van deze waarden zijn volgens De Botton ook relevant voor wie niet gelovig is.
We zien in onze projecten dat kerkgemeenschappen naast het faciliteren van contacten en zingeving vaak een rol vervullen in allerlei maatschappelijke vraagstukken, van armoede tot eenzaamheid, meedoen en talentontwikkeling. Buurtkerk Hebron in Amsterdam is daarvan een goed voorbeeld. Bokslessen in de kerkzaal, activiteiten voor jongeren en spelletjesmiddagen voor ouderen trekken een veel breder publiek dan de kerkgemeenschap zelf. Het trekt vrijwilligers die iets willen betekenen voor hun buurt en bezoekers die de kerk ervaren als plek waar ze zichzelf mogen zijn. Bij binnenkomst was bovendien niet direct zichtbaar dat het om een kerk gaat. In de verbouwing was behoefte om meer ‘sacraliteit’ in het pand te brengen.
3. Nietzsche is dood, de allergie voor de kerk lijkt te verdwijnen
Een belangrijke ontwikkeling daarbij, is dat areligieuze of bijvoorbeeld islamitische bezoekers de christelijke identiteit van de plek niet als bedreigend zien maar soms juist als voordeel. De (ongelovige) Amsterdamse wethouder Marjolein Moorman neemt regelmatig ambtenaren mee naar de kerk, omdat burgers zich tijdens de gesprekken daar meer op hun gemak voelen dan bij de gemeente. ‘De overheid kijkt naar burgers vanuit wantrouwen, de kerk vanuit vertrouwen.’ En ze geeft aan blij te zijn dat de kerk mensen kan helpen die buiten alle regels vallen. Dat er een kruis aan de muur hangt en een kaars wordt aangestoken blijkt bij veel activiteiten juist gewaardeerd te worden.
Nietzsche werd beroemd om zijn quote ‘God is dood’, maar zelf is hij inmiddels ook al een tijdje overleden. Het felle atheïsme van generaties die zich moesten ontworstelen aan hun beklemmende opvoeding maakt plaats voor een generatie voor wie het geloof de vrije keuze van een minderheid is. De terughoudendheid om kerkelijke identiteit op de voorgrond te zetten lijkt soms meer bij de kerkgangers zelf vandaan te komen dan bij de bezoekers of ongelovige vrijwilligers. Die zijn nieuwsgierig of onverschillig maar zelden allergisch.
4. Een kerk die zich niet verkoopt, wordt verkocht!
Dat neemt niet weg dat het hard werken is om van kerken een ontmoetingsplek voor de buurt te maken. Kerken moeten ‘zichzelf verkopen’, hoe tegennatuurlijk dat soms ook voelt. Want wie zich niet weet te verkopen, wordt verkocht. Die oneliner sprak dominee Erick Versloot onlangs uit in de podcast ‘collectieve wijsheid’.
Hoewel voor de meeste Buurtbakens in Haarlem de motivatie om zich op de buurt te richten uit overtuiging voortkomt en niet uit geldgebrek, kan het een gevoelig onderwerp blijven om op deze manier naar je gebouw te kijken. Het delen van ruimte en veranderen schuurt altijd wel ergens. Het liefst doe je dit daarom met en vanuit de gemeenschap die het gebouw het beste kent.
Om de fantasie op een veilige manier te prikkelen, werkte fotograaf Rufus de Vries bij kerkgebouw De Kandelaar in Amersfoort met kerkgangers aan het verbeelden van een aantal fictieve scenario’s. Kerkgangers speelden in hun eigen kerkgebouw alsof de kerkzaal een sportschool was geworden, de entree een kapel en één van de nevenruimtes een zzp-café. Door met eigen mensen anders naar het eigen gebouw te kijken, konden de kaders en het voorstellingsvermogen worden opgerekt.
5. Kerkverlating leidt tot kerksluiting, maar ook andersom!
Vaak wordt gedacht dat kerkgebouwen sluiten omdat de gemeenschappen krimpen, maar het tegenovergestelde is ook waar. Als gebouwen worden gesloten of gemeenschappen fuseren, is dit ook altijd een katalysator voor kerkverlating, net zoals de tijdelijke sluiting van kerken tijdens Corona dit voor veel mensen is geweest. Gaan we weer door op de oude weg of wil ik eigenlijk iets heel anders? Weet ik eigenlijk wel wat ik wil?
Door te schuiven met functies en veel te verhuren kan de exploitatie sterk verbeteren en het beheer professionaliseren. Maar het blijft oppassen dat de ziel niet uit een plek verdwijnt en het thuisgevoel van een gemeenschap onder druk komt te staan. Dan wordt ook de reguliere verhuur op termijn namelijk onhaalbaar.
Bij de Ark in Amsterdam Noord raakten we betrokken toen het besluit om kerkgemeenschappen te fuseren al onvermijdelijk was. Binnen de dappere beleidskeuze van de Protestantse Kerk Amsterdam om de komende jaren geen kerkgebouwen meer te verkopen, hielpen we een visie en coalitie te vormen voor een doorbestemming van het gebouw als Diaconaal Centrum.
Eerste uitkomst is de Sociale Markt, waarmee de diaconie samen met partners zoals de voedselbank en het Leger des Heils de bredere betekenis van het gebouw weten te versterken. Een uitstekend voorbeeld van een Buurtbaken waar men in Haarlem naar op zoek is. Toch wordt in de Ark een ‘biddende gemeenschap’ ook gemist.
Mede daarom verkennen we momenteel of het mogelijk is woningen voor een Christelijke leefgemeenschap toe te voegen aan de Ark. Het doel is om mensen die zich willen verbinden aan de betekenis van deze plek de mogelijkheid te geven hier te wonen. De wens is dat hiermee ook een vorm van continuïteit en spirituele presentie ontstaat. Ook hier is het bouwen dus een middel om een gemeenschap te faciliteren.
Het zoeken naar de juiste betekenis voor een plek, buurt of gemeenschap is iets wat we graag doen. Voor ons staat buiten kijf dat dit alleen lukt in nauwe samenwerking met een gemeenschap. Samen vorm geven aan de plek en het gebouw, leidt tot de energie die nodig is om van kerken bloeiende bakens voor de buurt te maken.